Doet u uw aangifte inkomstenbelasting 2018 na 1 mei 2019? Of doet u uw aangifte vennootschapsbelasting
2018 na 1 april 2019? En verwacht u een te betalen bedrag? Dan kunt u belastingrente daarover voorkomen of beperken door vóór 1 mei een voorlopige aanslag of een nadere voorlopige aanslag aan te vragen.
U moet belastingrente betalen alseen (voorlopige) aanslag te laat wordt opgelegd. In 2019 bedraagt die rente 4% voor aanslagen inkomstenbelasting en zelfs 8% voor aanslagen vennootschapsbelasting. Wordt uw aangifte inkomstenbelasting vóór 1 mei of uw aangifte vennootschapsbelasting vóór 1 april gedaan en wordt de aanslag opgelegd conform die aangifte? Dan hoeft u geen belastingrente te betalen, ongeacht wanneer
die aanslag wordt opgelegd. Wordt de aangifte later gedaan en wordt de aanslag opgelegd na juli? Dan
moet u belastingrente betalen over de periode van 1 juli tot en met de laatste dag van de betalingstermijn van de aanslag. Is de aanslag gelijk aan de aangifte? Dan eindigt de rentetermijn uiterlijk 19 weken na het indienen van de aangifte. Wordt nog vóór 1 mei een verzoek om een voorlopige aanslag of een nadere voorlopige aanslag gedaan en leidt dat tot een voorlopige aanslag die gelijk is aan het verzoek? Dan hoeft u in het geheel geen belastingrente te betalen.